Het is hier wellicht de plaats om een lans te breken voor het schatten.

Juist bij het onderwerp meten komt het schatten ten volle aan de orde.

Het schatten van afstanden en lengte.
Wie denk je past er precies onder dat deurtje?
Hoeveel passen denk je dat ik nodig heb om aan de overkant te komen?
Kijk eens naar mijn schoenen. Hoe vaak passen die in de afstand van hier tot aan de overkant van de zaal?
Wat denk je, welke meester of juf heeft de minste stappen nodig om aan de overkant van de zaal te komen?
Wat denk je, wie kan het verst gooien?

Als de afstand tot de deur twintig stappen is, waar kom ik dan uit bij 40 stappen?

Gewicht. Wat denk je dat zwaarder is, deze meloen of die basketbal?

Wie is zwaarder denk je, Marietje of Karel?
Wie denk je is het lichtst?
Wat denk je: kun je die kist alleen in de auto zetten? Enz. Inhoud.
Hoeveel van deze flessen water passen er in die emmer? Wat denk je? (en natuurlijk doen) Tijd.
Hoe vaak kun je de bal tegen de muur gooien (en vangen natuurlijk) in een minuut?
Hoe ver zou je kunnen rennen in een minuut? (of voordat die zandloper omgedraaid moet worden)

Oppervlakte.
Hoeveel tegels zitten er in ons basketbalveld, wat denk je?